23 augustus 2024

Voor m'n neus

De eerste keer dat ik God echt ervaarde, dat Hij tot me sprak, was toen ik door het bos liep. God liet mij zien, dat alles waar ik naar keek, van Zijn hand kwam. Hij was de Schepper, van alles. Hij legde dit weten in mijn hart. Uit het niets, zonder dat ik eraan dacht, of het me afvroeg. Ik liep gewoon door het bos en ineens was er het diepe weten dat Hij het had gemaakt. 

Het ontzag en het geluk wat ik toen voelde, had ik nog nooit gevoeld. Van 0 naar 100 in een seconde. Het was een diepe dankbaarheid, en meer. De bomen, het gras, de eenden. Ze waren niet miraculeus ontstaan door een samenloop van omstandigheden; God had het bedacht en gemaakt! En vanaf dat moment kon ik niet geloven dat ik dit nooit eerder had gezien. Het was er, al die tijd, voor m’n neus. Bewijs van de Schepper. 

 

Dit was niet de eerste keer dat Hij tot me sprak. Maar wel de eerste keer dat ik het meteen door had. Andere (en dus ook latere) keren durfde ik het niet toe te kennen aan God. Zal wel ijdele hoop zijn, dacht ik steeds. Want ik was dagelijks aan het bidden om de waarheid. Zo ook die keer toen ik in bed lag, en me plotseling overspoeld voelde door liefde en dezelfde seconde de gedachte kwam: “Zo voelt het om aangeraakt te worden door God”. Het was een gedachte, maar toch was het anders. Pas maanden later kon ik zeggen dat ik ook daadwerkelijk werd aangeraakt door God.

 

Ik had tijd nodig, om te realiseren: dit is (de stem van) God. Het was geen onwil, eerder onzekerheid, en een angst dat ik een claim zou doen die niet klopte. Zijn stem beter verstaan, komt voor mij dus ook neer op het durven toekennen. Wat me duidelijk beter afgaat naarmate het besef dieper zakt dat ik alles, maar dan ook alles, te danken heb aan God. Dus ja, welke eer komt Hem níet toe. Maar hoe beter je Hem leert kennen, hoe sneller je Hem herkent. En zoals je de gedaante van mensen die je heel goed kent ook in de verte kan herkennen, zo is dat ook met God. 

 

God legt weten in je hart, Hij geeft je een gedachte, Hij laat je stil staan en ontroert. Hij leidt je, ook als je daar niet bewust van bent. Naar mensen, weg van mensen. Hij laat je oog vallen op schoonheid, op tafereeltjes op een twinkeling. Niet zelden zijn het fluisteringen zo subtiel als het ritselen van de bladeren of het zuchten van de wind, waarmee God in mijn hart schijnt. En weet je, misschien vind ik die nog wel de mooiste. 

...

Laat je horen

0 reacties